Het zware leven in Paramaribo
Blijf op de hoogte en volg Sonja
21 Januari 2015 | Suriname, Paramaribo
Veel heb ik jullie nog niet verteld over ’s Lands hospitaal geloof ik. Het is dus al een behoorlijk oud ziekenhuis, maar wel heel mooi. Niet in de zin van moderne eenpersoonskamers en luxueuze medische apparatuur. In vergelijking met Nederlandse ziekenhuizen is het hier namelijk nog vrij primitief. Neem de medische dossiers. De afgelopen coschappen zat ik gemiddeld, laten we zeggen 50% van de dag naar een computerscherm te staren, dingen in te voeren in het elektronisch patiëntendossier en uitslagen te bekijken. De medische dossiers zien er hier ietsjes anders uit. Laten we beginnen met het feit dat er op de gynaecologie afdeling nul computers zijn. Alles gebeurt met de hand. Als je op de gynaecologie afdeling komt loop je naar de verpleegpost, waar een bak staat met daarin verschillende mappen. Op de voorkant staat een lijst met naam, geboortedatum, opname datum en vervolgens een tabel met daarin de verschillende dagen van opname. Hierin is een aantal dingen te zien. Welke medicatie heeft patiënte vandaag gekregen? Wat is de bloeddruk? Welke belangrijke dingen moeten er vandaag gebeuren? En niet te vergeten een dubieuze grafiek waaruit de hartslag, de temperatuur en het Hb (hier Sali) afgelezen kan worden. Vervolgens de inhoud van de map. Vergeleken met de voorkant van de map is dit een stuk minder gestructureerd. Er zitten meestal veel verschillende papieren in, afhankelijk van hoe lang patiënte al is opgenomen en waarvoor precies. Labuitslagen, opname formulieren, echo verslagen, verloskundige verslagen, van alles kom je erin tegen. En nee, deze liggen niet geordend in de map, maar kriskras door elkaar. Dus als je even snel iets moet opzoeken, nee, dat is geen optie. Je hebt pas echt pech als je een ontslagbrief moet schrijven van een patiënte die meer dan een week opgenomen ligt en waarbij dagelijks lab is geprikt. Het blijft niet alleen bij het uitzoeken van de reden van opname, de anamnese, het lichamelijk onderzoek, het aanvullend onderzoek, het beleid en het beloop tijdens de opname. De eerste uitdaging is het ontcijferen van het handschrift van de artsen. Ik weet dat er artsenhandschriften bestaan, maar dit is een kunst op zich. Als je echt niet kan lezen wat er staat zit er niets anders op dan het maar weer aan de patiënt te gaan vragen. De tweede uitdaging is het op papier krijgen. Want ja, ook de ontslagbrieven worden met de hand geschreven. De patiënt krijgt drie ontslagbrieven mee. Wees niet bang, je hoeft het niet drie keer met de hand te schrijven. Lang leve het carbonpapier! Met mijn grote handschrift is er vervolgens nog een derde uitdaging, namelijk zo klein mogelijk schrijven zodat het verhaal op het minuscule blaadje past. Ik heb al regelmatig gehad dat het niet past of dat er iets verbeterd moet worden, waardoor je alsnog ten minste twee keer eenzelfde ontslagbrief aan het schrijven bent. Gelukkig is ontslagbrieven schrijven niet onze enige taak. Als er nieuwe patiënten op de afdeling komen mogen wij ze gaan statussen. Waarom zijn ze opgenomen? Wat zijn de klachten? Wat is de voorgeschiedenis? Vervolgens werken we dit uit en bedenken we wat de oorzaak zou kunnen zijn van de klachten en wat voor beleid moet worden ingezet. Niet dat wij ook maar enkele verantwoordelijkheid hebben dat wij dat soort dingen zelf mogen bepalen, maar toch, het idee is leuk. Overleggen met de zaalarts mag natuurlijk wel altijd en dan is het leuk als je beleid overeenkomt met wat er daadwerkelijk gedaan gaat worden. Na twee weken zijn we er inmiddels wel achter dat we patiënten statussen vooral voor ons zelf doen. Wij moeten er tenslotte van leren en leerzaam is het ook zeker. Het is vooral leuk om de patiënten te leren kennen. Als je dan ’s ochtends langs gaat om te vragen of het al een beetje beter gaat en je ziet dat ze blij zijn om je te zien. Dat ze het fijn vinden om hun verhaal kwijt te kunnen, want wij hebben tenslotte meer tijd om naar ze te luisteren. Dat ze intens gelukkig zijn als je ze komt vertellen dat de bloedsuikers dit keer wel gedaald zijn en ze dan eindelijk naar huis mogen. Dat ze zuster tegen ons zeggen, omdat ze niet gewend zijn dat er vrouwelijke artsen zijn. Dat je ’s middags gewoon even een rondje over de afdeling kan lopen om een praatje met iedereen te maken, gewoon gezellig. Dat je bij het meekijken bij een echo een kindje in iemands buik ziet bewegen, met handjes, voetjes en een hoofdje, klaar voor het leven en je kan vertellen of het een jongetje of een meisje wordt. Je zou er spontaan rammelende eierstokken van krijgen ;) Dat je steriel mag staan bij een keizersnede – dat wil zeggen aan de operatietafel en dus mee mag helpen met de operatie – en dat je bij de eerste incisie in de baarmoeder een hoofdje tevoorschijn ziet komen, de baby er vervolgens uit gehaald wordt en in je handen wordt gelegd. Nu ik dit allemaal opschrijf klinkt het allemaal geweldig. Maar nee niet alles gaat goed. Frustratie als er dingen niet gaan zoals je wilt. Als bepaalde diagnostiek niet wordt ingezet. Of als we weer zonder arts op de afdeling staan, niet wetende wat te doen en niemand kunnen vragen hoe het dan wel moet. Want geen begeleiding krijgen en vervolgens wel verwachten dat wij bepaalde dingen kunnen of weten, dat is niet altijd helemaal fair. Dan hebben we nog de soms slechte communicatie met de patiënten. Een voorbeeld. Daphné en ik keken voor het eerst mee met het maken van echo’s bij zwangere vrouwen. De eerste paar echo’s waren goed, maar dan komt de volgende patiënt. Als eerste wordt het hoofdje van het kindje in beeld gebracht. Dit zag er niet goed uit. ‘Zie je dat daar, daar zouden hersenen moeten zitten, maar die zitten er niet. Weinig lichaamsactiviteit. Het ruggetje is niet gesloten.’ Er vanuit gaande dat de patiënt daarvan op de hoogte is gesteld vragen we of het kindje dan wel levensvatbaar is. Het antwoord is nee, het kindje zal kort na de bevalling overlijden. Sterker nog, ze gaan nu meteen de baring op gang brengen door een pilletje in te brengen, zoals afgesproken met de patiënt – tenminste, dat denkt de arts. Zij ligt echter zwijgend op de onderzoeksbank, niet wetende wat er allemaal gebeurt, zojuist gehoord dat haar kindje het niet zal overleven… Niet echt hoe je een slecht nieuws gesprek zou verwachten. Er liggen daarnaast regelmatig vrouwen opgenomen die bevallen zijn en waarbij hun kindje tijdens de bevalling of kort erna is overleden. Met de laatste drie weken op de verloskamer ga ik daar wellicht meer mee te maken krijgen. Heftig is het wel. Ook komen er veel mensen met een miskraam. Natuurlijk gebeuren deze dingen in Nederland ook, misschien in mindere mate, maar opvallend is dat vrouwen er hier heel anders mee omgaan. In Suriname lijken ze het te accepteren. Als je dan vraagt hoe het gaat en dat het wel heftig voor ze moet zijn, knikken ze even maar antwoorden vervolgens dat ‘Het niet anders is’, of ‘God wilde het zo’. Tijdens het statussen moet je vragen naar hoe vaak de patiënt zwanger is geweest (G), hoe vaak ze is bevallen (P) en of en hoe vaak ze een miskraam heeft gehad (Ab). Uitslagen van G8P6Ab2 zijn niet uitzonderlijk. Natuurlijk speelt daarbij wel mee dat vrouwen hier gemiddeld op jongere leeftijd kinderen krijgen. Er zijn al genoeg patiënten voorbij gekomen die op onze leeftijd al 3 kinderen hebben. Aardig bizar. En ook al rammelen m’n eierstokken al van het zien van al die echo’s, zwanger worden stel ik toch nog maar even uit.
Onze dagen bestaan natuurlijk niet alleen uit coschap lopen. Aangezien we meestal rond 3 uur klaar zijn is er nog genoeg genoeg ruimte om andere dingen te doen met leuke mensen die we hier inmiddels hebben ontmoet. Even naar de markt, drankjes doen, op het balkon zitten, spelletjes doen, zwemmen, dansjes wagen of gewoon even lekker niks. Wij vermaken ons wel. In de avonduren is er ook altijd vermaak. Wat we in de salsa lessen leren kunnen we op donderdag en vrijdag avond in de praktijk brengen bij de professionals. Op donderdag is het Havana avond, een club achtig iets waar tot ongeveer één uur salsa/bachata/merengue muziek wordt gedraaid. Aan de kant andere koppels bewonderen totdat een man vraagt of je met hem wil dansen en daar ga je dan, hopend dat je de draaien nog een beetje kent en er niet helemaal als een motorisch gestoord iemand uit ziet. Na één uur komt er ‘gewone’ dansmuziek. Afgelopen donderdag was het zo gezellig dat we dachten dat het wel een goed idee zou zijn om gewoon een nachtje door te halen, want ach, we hoefden nog maar een dagje en dan was het weekend. Hoe erg kon het zijn. Om 7 uur ’s ochtends, toen we weer op de afdeling stonden, bleek dit toch tegen te vallen. In vergelijking met Daphné, die even haar ogen dacht dicht te doen op een patiëntendossier (lees: 30 minuten), heb ik het gered om wakker te blijven, maar een zware dag was het zeker. ’s Middags lekker bij geslapen en ’s avonds weer salsa. Op vrijdag is het tijd voor ’t Vat, een barretje met een terras en erboven een danszaal waar weer alle kanten op wordt gezwierd. Me over laten halen tot twee dansjes en vervolgens weer naar huis gegaan, waar Daphné zojuist was ontwaakt uit haar coma (ze had van 15.00 uur tot 01.30 uur non-stop geslapen). Zaterdag stond in het teken van niks doen en uitrusten en ’s avonds stond er weer een dansavond op het programma. Dit keer in Sza Sza Su, een discotheek, jawel, zonder salsamuziek. Met z’n zevenen hebben we de dansvloer voor geopend verklaard en al snel stroomde het vol. Wederom een geslaagde avond. De volgende ochtend hadden we een cultuur uitstapje gepland, namelijk Fort Zeelandia. De gids vertelde ons over de geschiedenis van Paramaribo en het fort, dat niet altijd in Nederlandse handen is geweest, namelijk ook in die van de Engelsen. In de loop van de jaren heeft het verschillende functies gehad. Het moest Paramaribo en omliggende plantages verdedigen, plantagehouders konden hier hun slaven laten straffen en later was het een gevangenis. Fort Zeelandia is ook de plek waar in 1982 onder leiding van Desi Bouterse 15 tegenstanders van het militair regime zijn gemarteld en vermoord. En dan te bedenken dat Desi Bouterse nu president van Suriname is… Aardig gek. Na een middagje bijkomen in het zwembad was ook dit weekend weer voorbij en stond weer een nieuwe week coschap op ons te wachten.
Voor nu lijkt me dit wel weer een lang genoege update. Later meer. Tot ziens en veel liefs vanuit het mooie Suriname, genietend van een heerlijk temperatuurtje en een zonnetje op m’n bol.
-
21 Januari 2015 - 23:32
Lotte Eijkelestam:
Hoi Sonja,
Leuke verhalen! Het lijkt me niet altijd makkelijk om een co-schap te lopen als alles zo warrig is, maar wel een mooie ervaring.
Groetjes van Lotte
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley